evenwichts economie
De
Evenwichts­economie

Voor evenwicht in
economie, samenleving en milieu

SOCIALE EN MAAT­SCHAP­PE­LIJ­KE PRO­BLEMEN

en het antwoord van de evenwichts­economie

Weer grip
op ons
leven

We leven in een complexe samenleving waarin alles invloed op elkaar heeft.
Als individu kun je weinig invloed uitoefenen op dit complexe geheel. Toch is die samenleving allesbepalend voor ons leven.

Bij de eerdere overkoepelende thema's Financiële problemen en Economische problemen is tussen de regels door al duidelijk geworden dat we als burger te maken hebben met financiële en economische krachten / machtsblokken die ons leven bepalen, maar waar we zelf weinig invloed op hebben.

Maar ook op ons maatschappelijk leven hebben we weinig invloed. We beseffen maar half hoe weinig invloed we op ons werk, ons loon en op ons werkplezier hebben. Zeker als we kijken naar de huidige manier waarop arbeid georganiseerd is vanuit het alternatief van de evenwichts­economie, waarin de burger centraal staat bij het bepalen van hoe zijn werk eruit ziet. We hebben geen invloed op zaken als armoede en de bijbehorende maatschappelijke problemen, voedselschandalen, de politiek en een economisch systeem dat de mens alleen als arbeidskracht en consument ziet.

De invloed van het maatschappelijk en economisch systeem op ons leven wordt in de eerste paragraaf toegelicht. In de tweede paragraaf gaan we zien hoe de burger in de evenwichts­economie weer zelf zijn leven kan inrichten.

1. We hebben ons leven nauwelijks zelf in de hand

1.1. Niet betrokken voelen bij het bedrijf

Bedrijven hebben oog voor de werkomstandigheden van hun werknemers. Meestal ligt de focus op de de fysieke werkomstandigheden. Immers als die niet goed zijn, kan er minder worden gedaan en wordt er uiteindelijk minder winst gemaakt.
Maar aan een andere belangrijke indicator voor hoe goed een bedrijf presteert, wordt minder aandacht besteed.

Houding van werknemers in hun bedrijf.
Be­trok­ken Niet be­trok­ken Actief niet betrokken, zij
verspeiden hun onge­noegen actief
Dene­marken 21% 69% 10%
Malta 19% 61% 20%
Por­tu­gal 19% 65% 16%
Vere­nigd Konink­rijk 17% 57% 26%
Ier­land 16% 75% 10%
Noor­wegen 16% 77% 7%
Zwe­den 16% 73% 12%
Zwit­ser­land 16% 76% 8%
Duits­land 15% 61% 24%
Slo­wa­kije 15% 70% 16%
Oos­ten­rijk 14% 74% 12%
Ita­lië 14% 68% 18%
Lu­xem­burg 14% 72% 14%
Bel­gië 12% 66% 22%
Fin­land 11% 76% 14%
Frank­rijk 9% 65% 26%
Ne­der­land 9% 80% 11%
Bron: Onderzoek uit 2013 van Gallup


Bovenstaande tabel bevat de resultaten van een uitgebreid onderzoek uit 2013 van het adviesbureau Gallup. We zien dat maar liefst 80% van de werknemers in Nederland zich niet betrokken voelt bij hun werk en 11% actief niet betrokken. In België is dat respectievelijk 66% en 22%.
Gallop heeft dit wereldwijd onderzocht en het beeld wereldwijd komt overeen met dat van bovenstaande tabel. [1]


En juist het niet betrokken zijn van werknemers zal het bedrijf op den duur geen goed doen. [2] [3]
Betrokkenheid wordt vergroot door werknemers meer als mens te zien. Door hen te betrekken bij het bedrijf en door hun inbreng te waarderen.

Maar ook voor werknemers is dit niet goed. Zij brengen het grootste deel van hun leven door op een plaats waar ze zich niet betrokken voelen. Dat heeft uiteindelijk effecten op hun welbevinden. Hun eigenwaarde wordt minder omdat men bijvoorbeeld minder initiatief neemt en/of minder presteert.
De hoge percentages van niet betrokken werknemers in alle geënqueteerde landen geeft aan dat er iets grondig mis is met de manier waarop werk georganiseerd is.

1.2. Werkstress

Ongeveer één op de drie werknemers heeft last van werkdruk. [4] Eén op de acht werknemers heeft last van stress op het werk. [5]

Stress is de meest voorkomende beroepsziekte van Nederland. En toch geven veel werknemers aan dat zij er niet over durven te praten met hun leidinggevende.
Uit onderzoek van het Ministerie van Sociale Zaken blijkt dat werkenden denken dat het bespreken van stress geen zin heeft. Of dat het zelfs nadelige gevolgen heeft voor hun beoordeling. [6]


Een belangrijke oorzaak is voor de hand liggend: sinds het begin van de crisis van 2008 zijn bedrijven en overheid bezig met kostenbesparingen die veelal bereikt worden door besparingen op personeel. Dit is toegelicht bij het thema Voortdurende kostenbesparingen knijpen de economie, paragraaf 1.
Omdat bedrijven deze strategie blijven hanteren, blijft werkstress een groot probleem.

1.3. Armoede

In de publicatie 'Individualisering en sociale integratie' van het Sociaal en Cultureel Planbureau [7] staan de gedetailleerde armoede cijfers in Nederland over een grotere periode, namelijk tussen 1986-1995.


Iedereen heeft 14% kans op incidentele armoede. 12% komt herhaaldelijk in armoede terecht, ongeacht sociale achtergrond. 7% van de bevolking is duurzaam arm. Bij incidentele armoede leeft men hooguit een jaar rond een sociaal minimum. Duurzame armen slagen er niet in om structureel aan armoede te ontsnappen. Na de crisis van 2008 zijn deze percentages waarschijnlijk niet gedaald.
In 2012 groeide in Nederland liefst 1 op de 10 kinderen in armoede op. Anno 2015 is dat aantal zelfs gestegen naar 1 op de 9. [8]
1 op de 5 huishoudens hebben problematische schulden. [9] [10]


Dit betekent tevens dat armoede niet meer beperkt blijft tot bepaalde maatschappelijke randgroepen. Armoede dringt, vaak als tijdelijke levenservaring, door tot de hele bevolking. Armoede is wel degelijk iets wat ons allemaal kan raken.

1.4. Weinig invloed op politieke beslissingen die ons leven bepalen

De meeste burgers zijn niet op de hoogte van hoe de Europese politiek precies functioneert. Maar ze ervaren Brussel niet als democratisch. [11]


Een voorbeeld daarvan is hoe burgers de gang van zaken rond TTIP ervaren. Het voorgenomen vrijhandelsverdrag tussen de VS en Europa (TTIP) leidt tot zorgen over het Europese zelfbeschikkingsrecht.
Op tafel liggen meer elementen die ongunstig zijn voor Europa. [12] [13]


Voorstanders mogen dan wel uitgaan van een gering economisch voordeel - tegenstanders zien meer nadelen - maar zij gaan voorbij aan het beeld dat dit uiteindelijk voor de burger oplevert.
Doordat er meer en grotere economische machtblokken ontstaan, krijgt de burger nog minder zicht en invloed op wat er in zijn omgeving gebeurt. [14]
Zo krijgt de VS met haar landbouw en industrie toegang tot de Europese consument. De Europese consument die gewend is aan haar redelijk gereguleerde landbouw en industrie krijgt te maken met producten die in ieder geval in de VS aan veel minder kwaliteitseisen moeten voldoen.

Dit soort politieke ontwikkelingen wekken onvrede en onmacht op bij een deel van de burgers.
De rapportage 'We zijn het zat' van Tegenlicht brengt de onvrede in beeld. De rapportage geeft ook aan waar de oorzaken liggen. [15]

1.4. Een maatschappij waarin vermogensbeheerders en multinationals centraal staan

De hierboven toegelichte invloeden worden deels veroorzaakt door het onderzichtige financiële systeem dat de wereld in zijn greep houdt.

Grote vermogensbeheerders, met name schaduw­banken, behoren tot de allerrijkste en de allermachtigste ter wereld. Deze concerns hebben vanwege de onvoorstelbare hoeveelheid geld die ze beheren evenveel macht als de VS of de EU. Zij operenen onzichtbaar voor het grote publiek.
Deze vermogensbeheerders kopen bedrijven en vastgoed op met het doel om er zoveel mogelijk rendement mee te halen. Omdat die vermogensbeheerders geen band hebben met hun bezit wordt dit gedaan zonder te kijken naar de consequenties. Omdat er het maximale uit gehaald wordt, gaat dat altijd ten koste van de mensen die betrokken zijn bij het bedrijf of het vastgoed.

Het grote probleem is dat onze overheden nauwelijks middelen hebben om het handelen van deze grote vermogensbeheerders en multinationals te corrigeren. [16]

1.6. Voedselschandalen en problemen door complexe voedselketens

Europese consumenten maken deel uit van een complexe voedselketen. Ons voedsel wordt op grote afstanden verbouwd en komt op onze markt meteen nadat het geoogst is. [17]


Als alles goed loopt, hebben consumenten daar geen problemen mee. Als iets mis gaat, wordt pas duidelijk hoe ondoorzichtig en complex onze voedselketen is.

In de zomer van 2011 was er in Duitsland een uitbraak van de dodelijke E.coli bacterie. Men dacht aanvankelijk dat bonen en zaden uit Egypte de oorzaak van de uitbraak waren. Tijdens de uitgebreide en langdurige zoektocht naar de echte oorzaak stierven 50 mensen en werden duizenden ziek. Op dat moment begon de Duitse consument zich te realiseren hoe complex problemen in voedselketes zijn. En dat de consument wel erg kwetsbaar is als er iets mis gaat.

In de toekomst zal bijvoorbeeld klimaatverandering ook grote impact hebben op onze voedselketen. In de winter wordt ons voedsel grotendeels geïmpoteerd vanuit andere werelddelen, veelal landen met een warm klimaat. Deze exporterende landen zullen onder invloed van klimaatverandering niet meer in staat zijn om de export op dezelfde manier door te laten gaan. Dit soort lange­termijn­problemen zijn te belangrijk om over te laten aan het vraag- en aanbodmechanisme van de vrije markt. Toch is er geen lange­termijn­beleid dat inspeelt op deze problemen. De overheid kan hier wel over nadenken maar is in principe geen partij omdat de voedselketen gedomineerd wordt door de vrije markt.

2. Het alternatief van de evenwichts­economie

Op bovenstaande knelpunten kan een burger of een groep burgers nauwelijks invloed uitoefenen. Zij maken onderdeel uit van het economisch systeem dat in de vrije­markt­economie ontstaan is.

In de evenwichts­economie is het voor burgers wel mogelijk om lokaal het economisch systeem zelf vorm te geven. De structuur van het systeem ligt vast. Deze structuur wordt uitgebreid beschreven in het deelmenu Het fundament. Deze structuur maakt het mogelijk dat burgers zelf hun eigen lokale economisch systeem vormgeven. Vormgeven op een wijze dat de economie de burger dient en niet andersom.

2.1. Invloed in het 'bedrijf'

De tabel in paragraaf 1.1. maakt duidelijk dat er systematisch iets fout zit in de manier waarop het werk in bedrijven georganiseerd is. In heel Europa is zo'n 80% tot 93% van de werknemers niet betrokken of ondermijnend bezig tijdens hun werk.

In de evenwichts­economie is de werknemer als medeëigenaar en als consument betrokken bij alle lokale organisaties. (De organisatie in de evenwichts­economie is de tegenhanger van een bedrijf in de vrije markt.) Hij heeft als onderdeel van de lokale gemeenschap alle zeggenschap binnen de lokale organisaties. Deze organisaties is er daarom alles aan gelegen om de werknemer optimale werkomstandigheden te verschaffen. De werknemer heeft daadwerkelijk invloed in alle onderdelen van de organisatie en kan zich hierdoor wel betrokken voelen. De structuur die ervoor zorgt dat werknemers optimale werkomstandigheden hebben, wordt uitgebreid beschreven in het deelmenu Het fundament.

2.2. Invloed op werkstress

Zoals ook hierboven vermeld, bepaalt de lokale gemeenschap de gang van zaken binnen alle lokale organisaties. Omdat de lokale gemeenschap ook werkt bij haar lokale organisaties zal er veel aandacht zijn voor de werkomstandigheden. Hierdoor zijn veel factoren die leiden tot werkstress daarmee vervallen. Een belangrijke factor die leidt tot werkstress is baanonzekerheid. En juist de angst om geen werk meer te hebben is onnodig in de evenwichts­economie: de evenwichts economie is zo georganiseerd dat in principe iedereen werk heeft. Dit uitgangspunt wordt toegelicht bij het thema Werk voor iedereen.

2.3. Invloed op armoede

In de evenwichts­economie is zo gestructureerd dat er eerlijk werk is voor iedereen. Met eerlijk werk wordt ook bedoeld dat het loon toereikend is om van rond te komen.
Hierdoor heeft in principe iederen de mogelijkheid om uit de armoede te komen.

Een uitganspunt van de evenwichts­economie is Aandacht en begeleiding , zeker op de werkvloer. Hierdoor is het voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt beter mogelijk om zich in de werksituatie thuis te voelen. Dit is niet alleen van belang voor de persoon in kwestie, maar ook voor de samenleving. Het gevolg hiervan is namelijk dat het overgrote deel van de samenleving betrokken is bij het geheel. Hierdoor draaien de samenleving en de economie beter. De samenleving wordt namelijk veel minder geconfronteerd met misdaad, met streven naar eigen voordeel ten koste van anderen.

In het voorafgaande thema Groeiende ongelijkheid zal de economie afremmen. is toegelicht dat het zelfs zo zal zijn dat in de evenwichts­economie de welvaart zal toenemen doordat er minder grote inkomensverschillen zullen ontstaan. Dit is een situatie waarbij iedereen, ook de rijkeren, beter af is.

2.4. Invloed op ons eigen leven terug

In paragraaf 1.4. hebben we gezien dat we door invloeden van buiten in een wereld leven die we nauwelijks te goede kunnen beïnvloeden.

De evenwichts­economie geeft die invloed weer terug aan de lokale gemeenschappen waar iedere burger in de evenwichts­economie deel van uitmaakt. Door de invoed van van de lokale gemeenschap op alle aspecten van de lokale economie is de burger weer in staat zijn leven zelf vorm te geven. De burger zal niet overspoeld worden door producten uit de VS. De lokale gemeenschap bepaalt welke producten voldoen aan voorwaarden als zoveel mogelijk lokaal geproduceerd en duurzaamheid.
In de evenwichts­economie spelen argumenten als kostprijs voor de burger een ondergeschikte rol. Dat wordt toegelicht bij het thema Consument gaat anders denken. Daarenboven zijn producten in de evenwichts­economie veel goedkoper dan producten in de vrije­markt­economie, zoals blijkt uit het overkoepelend thema Wat levert het op als de hele economie draait op de evenwichts­economie.

2.5. Een maatschappij waarin de mens centraal staat

In paragaaf 1.5. hebben we gezien welke negatieve invloed vermogensbeheerders en multinationals hebben op onze maatschappij.

De evenwichts­economie heeft een heel andere structuur. In deze structuur is geen plaats voor vermogensbeheerders en multinationals. Dit wordt uitgebreid beschreven in het submenu Het fundament. Zoals we al eerder gezien hebben, heeft de lokale gemeenschap zeggenschap over alles wat er binnen haar grenzen gebeurt. Een lokale gemeenschap zal nooit kiezen voor maatregelen die een vergelijkbare negatieve impact hebben op de lokale economie.

2.6. Duurzame voedselketens

In paragraaf 1.6. is toegelicht dat onze voedselketens in de vrije­markt­economie zeer kwetsbaar zijn. In de toekomst kijken is moeilijk, maar waarschijnlijk zal dit binnen een afzienbare tijd leiden tot serieuze problemen met onze voedselvoorziening.

In de evenwichts­economie ligt de focus op de lange termijn en op transparantie, zoals uitgewerkt in Verbindende organisatie, lange­termijn­strategie en Organisaties volkomen transparant.
Ook richt de evenwichts­economie zich op een lokale, duurzame economie. Koop en produceer zo lokaal mogelijk

Voedselketens in de evenwichts­economie zijn daarom lokaal, duurzaam, transparant en op de lange termijn gericht.
Er ontstaan daarom degelijke, betrouwbare voedselketens die veel minder kwetsbaar zijn dan in de vrije­markt­economie.

Referenties

Rapport over de status van de mondiale werkplek; de betrokkenheid van werknemers
Betrokkenheid medewerkers minder dan u denkt
De feiten en financiële gevolgen over ongemotiveerde werknemers
Werkdruk is in Nederland een serieus probleem, mogelijk leidend tot psychische en fysieke gezondheidsklachten
Miljoen Nederlanders hebben burn-outklachten
Onderzoek werkstress oktober 2014. Sociale steun is een beschermingsfactor tegen werkstress
Individualisering en sociale integratie, 2004. Armoede cijfers geplaatst in een breder perspectief
Onderzoek Kinderombudsman: Kinderen in armoede in Nederland
Problematische schulden voor 1 op de 5 Nederlandse huishoudens
'Schrikbarend beeld' over huishoudens met flinke schulden
Europese politiek moet zich hervormen
Reportage van TV programma Tegenlicht: TTIP: Recht van de sterkste
Trans-Atlantisch Vrijhandels- en Investeringsverdrag (TTIP)
De TV rapportage 'De Gen-tech lobby' laat zien welke problemen dit TTIP kan gaan opleveren
Tegenlicht : We zijn het zat
Europese slaven in een 'vrije' markt
Complexiteit voedselketen doet vragen rijzen over eetgewoonten Europeanen
[1] Engaged Workplaces Are Engines of Job Creation
Download rapport: State of the Global Workplace uit 2013 van onderzoeksburo Gallup
[2] Betrokkenheid medewerkers minder dan u denkt
[3] De feiten en financiële gevolgen over ongemotiveerde werknemers
[4] Ongeveer één op de drie werknemers heeft last van werkdruk. Een serieus probleem waar werknemer en werkgever rekening mee moeten houden. Want zowel te veel als te weinig werkdruk kan leiden tot psychische en fysieke gezondheidsklachten
[5] Miljoen Nederlanders hebben burn-outklachten
[6] Onderzoek werkstress oktober 2014.
Hierbij valt te denken aan een te hoge werkdruk, agressie, pesten, discriminatie en seksuele intimidatie. Hoe groter het bedrijf des te vaker medewerkers aangeven spanningen te ervaren. En sociale steun van leidinggevende en collega’s is een beschermingsfactor tegen werkstress
[7] Rapport Nederlandse CBP; Individualisering en sociale integratie, 2004.
Op pagina 63 staan de in de tekst opgenomen cijfers over armoede. Er is gebruikt van deze (minder recente) bron omdat de onderzoekers hebben getracht om een completer beeld te geven van armoede. Omdat de armoede na 2007 is toegenomen zullen de armoedepercentage nu waarschijnlijk nog wat hoger zijn
[8] Onderzoek in opdracht van de Kinderombudsman: Kinderen in armoede in Nederland, 2013.
Door armoede ontbreekt het kinderen aan de normaalste dagelijkse behoeften en raken ze geïsoleerd. Er wordt nauwelijks over gepraat
[9] NOS, Problematische schulden voor 1 op de 5 Nederlandse huishoudens, 2015
[10] NOS, 'Schrikbarend beeld' over huishoudens met flinke schulden, 2015
[11] Europese politiek moet zich hervormen
[12] Reportage van TV programma Tegenlicht: TTIP: Recht van de sterkste
[13] Trans-Atlantisch Vrijhandels- en Investeringsverdrag (TTIP)
[14] De TV rapportage 'De Gen-tech lobby' van Zembla in februari 2015 laat duidelijk zien welke problemen dit vrijhandelsverdrag kan gaan opleveren
[15] Tegenlicht : We zijn het zat
[16] Europese slaven in een 'vrije' markt
[17] EUObserver, Complexiteit voedselketen doet vragen rijzen over eetgewoonten Europeanen, 2011