SOCIALE EN MAATSCHAPPELIJKE PROBLEMEN
en het antwoord van de evenwichtseconomie
Oecraïne referendum
Fotograaf: Sebastiaan ter Burg ▶
Licentie: ▶
WEINIG INVLOED OP ONS MAATSCHAPPELIJK LEVEN
Ons leven is sterk afhankelijk van crises, internationale handelsverdragen, wat er gebeurt in Brussel en in elders de wereld.
Velen van ons kunnen nauwelijks invloed uitoefenen op ons werk.
Eén op de acht Nederlanders ervaart werkstress en zwijgt daarover.
Iedereen heeft 14% kans op incidentele armoede.
12% van de bevolking komt herhaaldelijk in armoede terecht, ongeacht sociale achtergrond.
In de evenwichtseconomie kun je je eigen leven veel meer sturen.
Ook krijg je weer invloed op wat er om je heen gebeurt...
We leven in een complexe samenleving waarin alles invloed op elkaar heeft.
Als individu kun je weinig invloed uitoefenen op dit complexe geheel.
Toch is die samenleving allesbepalend voor ons leven.
Bij de eerdere overkoepelende thema's
Financiële problemen
en
Economische problemen
is tussen de regels door al duidelijk geworden dat we als burger te maken hebben met
financiële en economische krachten / machtsblokken die ons leven bepalen, maar waar we zelf weinig invloed op hebben.
Maar ook op ons maatschappelijk leven hebben we weinig invloed.
We beseffen maar half hoe weinig invloed we op ons werk, ons loon en op ons werkplezier hebben.
Zeker als we kijken naar de huidige manier waarop arbeid georganiseerd is vanuit het alternatief van de evenwichtseconomie,
waarin de burger centraal staat bij het bepalen van hoe zijn werk eruit ziet.
We hebben geen invloed op zaken als armoede en de bijbehorende maatschappelijke problemen, voedselschandalen, de politiek
en een economisch systeem dat de mens alleen als arbeidskracht en consument ziet.
De invloed van het maatschappelijk en economisch systeem op ons leven wordt in de eerste paragraaf toegelicht.
In de tweede paragraaf gaan we zien hoe de burger in de evenwichtseconomie weer zelf zijn leven kan inrichten.
Inhoud
1. We hebben ons leven nauwelijks zelf in de hand ▽1.1. Niet betrokken voelen bij het bedrijf ▿
1.2. Werkstress ▿
1.3. Armoede ▿
1.4. Weinig invloed op politieke beslissingen die ons leven bepalen ▿
1.5. Een maatschappij waarin vermogensbeheerders en multinationals centraal staan ▿
1.6. Voedselschandalen en problemen door complexe voedselketens ▿
2. Het alternatief van de evenwichtseconomie ▽
2.1. Invloed in het bedrijf ▿
2.2. Invloed op werkstress ▿
2.3. Invloed op armoede ▿
2.4. Invloed op ons eigen leven terug ▿
2.5. Een maatschappij waarin de mens centraal staat ▿
2.6. Duurzame voedselketens ▿
1. We hebben ons leven nauwelijks zelf in de hand
1.1. Niet betrokken voelen bij het bedrijf
Bedrijven hebben oog voor de werkomstandigheden van hun werknemers.
Meestal ligt de focus op de de fysieke werkomstandigheden.
Immers als die niet goed zijn, kan er minder worden gedaan en wordt er uiteindelijk minder winst gemaakt.
Maar aan een andere belangrijke indicator voor hoe goed een bedrijf presteert, wordt minder aandacht besteed.
Houding van werknemers in hun bedrijf. | |||
Betrokken | Niet betrokken | Actief niet betrokken, zij verspeiden hun ongenoegen actief |
|
Denemarken | 21% | 69% | 10% |
Malta | 19% | 61% | 20% |
Portugal | 19% | 65% | 16% |
Verenigd Koninkrijk | 17% | 57% | 26% |
Ierland | 16% | 75% | 10% |
Noorwegen | 16% | 77% | 7% |
Zweden | 16% | 73% | 12% |
Zwitserland | 16% | 76% | 8% |
Duitsland | 15% | 61% | 24% |
Slowakije | 15% | 70% | 16% |
Oostenrijk | 14% | 74% | 12% |
Italië | 14% | 68% | 18% |
Luxemburg | 14% | 72% | 14% |
België | 12% | 66% | 22% |
Finland | 11% | 76% | 14% |
Frankrijk | 9% | 65% | 26% |
Nederland | 9% | 80% | 11% |
Bron: Onderzoek uit 2013 van Gallup |
Bovenstaande tabel bevat de resultaten van een uitgebreid onderzoek uit 2013 van het adviesbureau Gallup. We zien dat maar liefst 80% van de werknemers in Nederland zich niet betrokken voelt bij hun werk en 11% actief niet betrokken. In België is dat respectievelijk 66% en 22%.
Betrokkenheid wordt vergroot door werknemers meer als mens te zien. Door hen te betrekken bij het bedrijf en door hun inbreng te waarderen.
Maar ook voor werknemers is dit niet goed. Zij brengen het grootste deel van hun leven door op een plaats waar ze zich niet betrokken voelen. Dat heeft uiteindelijk effecten op hun welbevinden. Hun eigenwaarde wordt minder omdat men bijvoorbeeld minder initiatief neemt en/of minder presteert.
De hoge percentages van niet betrokken werknemers in alle geënqueteerde landen geeft aan dat er iets grondig mis is met de manier waarop werk georganiseerd is.
1.2. Werkstress
Stress is de meest voorkomende beroepsziekte van Nederland. En toch geven veel werknemers aan dat zij er niet over durven te praten met hun leidinggevende.
Een belangrijke oorzaak is voor de hand liggend: sinds het begin van de crisis van 2008 zijn bedrijven en overheid bezig met kostenbesparingen die veelal bereikt worden door besparingen op personeel. Dit is toegelicht bij het thema Voortdurende kostenbesparingen knijpen de economie, paragraaf 1.
Omdat bedrijven deze strategie blijven hanteren, blijft werkstress een groot probleem.
1.3. Armoede
Iedereen heeft 14% kans op incidentele armoede. 12% komt herhaaldelijk in armoede terecht, ongeacht sociale achtergrond. 7% van de bevolking is duurzaam arm. Bij incidentele armoede leeft men hooguit een jaar rond een sociaal minimum. Duurzame armen slagen er niet in om structureel aan armoede te ontsnappen. Na de crisis van 2008 zijn deze percentages waarschijnlijk niet gedaald.
Dit betekent tevens dat armoede niet meer beperkt blijft tot bepaalde maatschappelijke randgroepen. Armoede dringt, vaak als tijdelijke levenservaring, door tot de hele bevolking. Armoede is wel degelijk iets wat ons allemaal kan raken.
1.4. Weinig invloed op politieke beslissingen die ons leven bepalen
Een voorbeeld daarvan is hoe burgers de gang van zaken rond TTIP ervaren. Het voorgenomen vrijhandelsverdrag tussen de VS en Europa (TTIP) leidt tot zorgen over het Europese zelfbeschikkingsrecht.
Voorstanders mogen dan wel uitgaan van een gering economisch voordeel - tegenstanders zien meer nadelen - maar zij gaan voorbij aan het beeld dat dit uiteindelijk voor de burger oplevert.
Dit soort politieke ontwikkelingen wekken onvrede en onmacht op bij een deel van de burgers.
1.4. Een maatschappij waarin vermogensbeheerders en multinationals centraal staan
De hierboven toegelichte invloeden worden deels veroorzaakt door het onderzichtige financiële systeem dat
de wereld in zijn greep houdt.
Grote vermogensbeheerders, met name schaduwbanken, behoren tot de allerrijkste en de allermachtigste ter wereld.
Deze concerns hebben vanwege de onvoorstelbare hoeveelheid geld die ze beheren evenveel macht als de VS of de EU.
Zij operenen onzichtbaar voor het grote publiek.
Deze vermogensbeheerders kopen bedrijven en vastgoed op met het doel om er zoveel mogelijk rendement mee te halen.
Omdat die vermogensbeheerders geen band hebben met hun bezit wordt dit gedaan zonder te kijken naar de consequenties.
Omdat er het maximale uit gehaald wordt, gaat dat altijd ten koste van de mensen die betrokken zijn bij het bedrijf of het vastgoed.
1.6. Voedselschandalen en problemen door complexe voedselketens
Als alles goed loopt, hebben consumenten daar geen problemen mee. Als iets mis gaat, wordt pas duidelijk hoe ondoorzichtig en complex onze voedselketen is.
In de zomer van 2011 was er in Duitsland een uitbraak van de dodelijke E.coli bacterie. Men dacht aanvankelijk dat bonen en zaden uit Egypte de oorzaak van de uitbraak waren. Tijdens de uitgebreide en langdurige zoektocht naar de echte oorzaak stierven 50 mensen en werden duizenden ziek. Op dat moment begon de Duitse consument zich te realiseren hoe complex problemen in voedselketes zijn. En dat de consument wel erg kwetsbaar is als er iets mis gaat.
In de toekomst zal bijvoorbeeld klimaatverandering ook grote impact hebben op onze voedselketen. In de winter wordt ons voedsel grotendeels geïmpoteerd vanuit andere werelddelen, veelal landen met een warm klimaat. Deze exporterende landen zullen onder invloed van klimaatverandering niet meer in staat zijn om de export op dezelfde manier door te laten gaan. Dit soort langetermijnproblemen zijn te belangrijk om over te laten aan het vraag- en aanbodmechanisme van de vrije markt. Toch is er geen langetermijnbeleid dat inspeelt op deze problemen. De overheid kan hier wel over nadenken maar is in principe geen partij omdat de voedselketen gedomineerd wordt door de vrije markt.
2. Het alternatief van de evenwichtseconomie
Op bovenstaande knelpunten kan een burger of een groep burgers nauwelijks invloed uitoefenen.
Zij maken onderdeel uit van het economisch systeem dat in de vrijemarkteconomie ontstaan is.
In de evenwichtseconomie is het voor burgers wel mogelijk om lokaal het economisch systeem zelf vorm te geven.
De structuur van het systeem ligt vast. Deze structuur wordt uitgebreid beschreven in het deelmenu
Het fundament.
Deze structuur maakt het mogelijk dat burgers zelf hun eigen lokale economisch systeem vormgeven.
Vormgeven op een wijze dat de economie de burger dient en niet andersom.
2.1. Invloed in het 'bedrijf'
De tabel in paragraaf 1.1. maakt duidelijk dat er systematisch iets fout zit in de manier waarop het werk in bedrijven georganiseerd is.
In heel Europa is zo'n 80% tot 93% van de werknemers niet betrokken of ondermijnend bezig tijdens hun werk.
In de evenwichtseconomie is de werknemer als medeëigenaar en als consument betrokken bij alle lokale organisaties.
(De organisatie in de evenwichtseconomie is de tegenhanger van een bedrijf in de vrije markt.)
Hij heeft als onderdeel van de lokale gemeenschap alle zeggenschap binnen de lokale organisaties.
Deze organisaties is er daarom alles aan gelegen om de werknemer optimale werkomstandigheden te verschaffen.
De werknemer heeft daadwerkelijk invloed in alle onderdelen van de organisatie en kan zich hierdoor wel betrokken voelen.
De structuur die ervoor zorgt dat werknemers optimale werkomstandigheden hebben, wordt uitgebreid beschreven in het deelmenu
Het fundament.
2.2. Invloed op werkstress
Zoals ook hierboven vermeld, bepaalt de lokale gemeenschap de gang van zaken binnen alle lokale organisaties. Omdat de lokale gemeenschap ook werkt bij haar lokale organisaties zal er veel aandacht zijn voor de werkomstandigheden. Hierdoor zijn veel factoren die leiden tot werkstress daarmee vervallen. Een belangrijke factor die leidt tot werkstress is baanonzekerheid. En juist de angst om geen werk meer te hebben is onnodig in de evenwichtseconomie: de evenwichts economie is zo georganiseerd dat in principe iedereen werk heeft. Dit uitgangspunt wordt toegelicht bij het thema Werk voor iedereen.
2.3. Invloed op armoede
In de evenwichtseconomie is zo gestructureerd dat er eerlijk werk is voor iedereen.
Met eerlijk werk wordt ook bedoeld dat het loon toereikend is om van rond te komen.
Hierdoor heeft in principe iederen de mogelijkheid om uit de armoede te komen.
Een uitganspunt van de evenwichtseconomie is
Aandacht en begeleiding
, zeker op de werkvloer.
Hierdoor is het voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt beter mogelijk om zich in de werksituatie thuis te voelen.
Dit is niet alleen van belang voor de persoon in kwestie, maar ook voor de samenleving.
Het gevolg hiervan is namelijk dat het overgrote deel van de samenleving betrokken is bij het geheel.
Hierdoor draaien de samenleving en de economie beter.
De samenleving wordt namelijk veel minder geconfronteerd met misdaad, met streven naar eigen voordeel ten koste van anderen.
In het voorafgaande thema
Groeiende ongelijkheid zal de economie afremmen.
is toegelicht dat het zelfs zo zal zijn dat
in de evenwichtseconomie de welvaart zal toenemen doordat er minder grote inkomensverschillen zullen ontstaan.
Dit is een situatie waarbij iedereen, ook de rijkeren, beter af is.
2.4. Invloed op ons eigen leven terug
In paragraaf 1.4. hebben we gezien dat we door invloeden van buiten in een wereld leven die we nauwelijks te goede kunnen beïnvloeden.
De evenwichtseconomie geeft die invloed weer terug aan de lokale gemeenschappen waar iedere burger in de evenwichtseconomie deel van uitmaakt.
Door de invoed van van de lokale gemeenschap op alle aspecten van de lokale economie is de burger weer in staat zijn leven zelf vorm te geven.
De burger zal niet overspoeld worden door producten uit de VS. De lokale gemeenschap bepaalt welke producten voldoen aan voorwaarden als
zoveel mogelijk lokaal geproduceerd en duurzaamheid.
In de evenwichtseconomie spelen argumenten als kostprijs voor de burger een ondergeschikte rol.
Dat wordt toegelicht bij het thema
Consument gaat anders denken.
Daarenboven zijn producten in de evenwichtseconomie veel goedkoper dan producten in de vrijemarkteconomie,
zoals blijkt uit het overkoepelend thema
Wat levert het op als de hele economie draait op de evenwichtseconomie.
2.5. Een maatschappij waarin de mens centraal staat
In paragaaf 1.5. hebben we gezien welke negatieve invloed vermogensbeheerders en multinationals hebben op onze maatschappij.
De evenwichtseconomie heeft een heel andere structuur. In deze structuur is geen plaats voor vermogensbeheerders en multinationals.
Dit wordt uitgebreid beschreven in het submenu
Het fundament.
Zoals we al eerder gezien hebben, heeft de lokale gemeenschap zeggenschap over alles wat er binnen haar grenzen gebeurt.
Een lokale gemeenschap zal nooit kiezen voor maatregelen die een vergelijkbare negatieve impact hebben op de lokale economie.
2.6. Duurzame voedselketens
In paragraaf 1.6. is toegelicht dat onze voedselketens in de vrijemarkteconomie zeer kwetsbaar zijn.
In de toekomst kijken is moeilijk, maar waarschijnlijk zal dit binnen een afzienbare tijd leiden tot serieuze problemen met onze voedselvoorziening.
In de evenwichtseconomie ligt de focus op de lange termijn en op transparantie, zoals uitgewerkt in
Verbindende organisatie, langetermijnstrategie
en
Organisaties volkomen transparant.
Ook richt de evenwichtseconomie zich op een lokale, duurzame economie.
Koop en produceer zo lokaal mogelijk
Voedselketens in de evenwichtseconomie zijn daarom lokaal, duurzaam, transparant en op de lange termijn gericht.
Er ontstaan daarom degelijke, betrouwbare voedselketens die veel minder kwetsbaar zijn dan in de vrijemarkteconomie.
Referenties